De hengstenlijnen

[fikraticker]

De hengstenlijnen – Nog enkele jaren geleden sprak men over drie verschillende – Age 168, Ritske 202 P und Tetman 205 .

Ondertussen zijn meer dan 10 jaar vergaan en uit de drie werden er vier.
De kleinste lijn (Age 168) werd helaas nog iets kleiner wat het aanbod aan actieve dekhengsten betreft, de grootste (Tetman 205) groeide dermate sterk, dat het K.F.P.S. deze nogmaals in een Jarich 226 en een Mark 232P lijn splitste.

De Age-lijn

is de oudste maar ook de kleinste van de oorspronkelijk drie lijnen. Er worden in de tegenwoordige tijd nauwelijks nog hengsten uit deze lijn goedgekeurd, zo dat te vrezen is dat deze lijn vroeger of later uitsterft. Dit zou erg zonde zijn voor de toekomstige fokkerij, omdat zoals onder “De Tetman-lijn” uitgelegd wordt, enige hengsten uit deze lijn volledig Tetman-vrij zijn.

De invloedrijkste verververs uit de lijn van de 1942 geboren Age zijn de nazaten van Gerke 220, dit zijn zijn zoon Bjinse 241 en diens zoon Lammert 260 P.

Op dit moment (2013) zijn er nog 5 actieve dekhengsten uit de Age-lijn, de oudste is Melle 311, een Lammert 260 P kleinzoon.

Verder zijn daar Melles zoon Fabe 348 en diens zonen Sape 381, Jorn 430 en als jongste Alke 468, die voor het voortbestaan van de Age-lijn zorgen.

De Ritske-lijn

Ritske 202 P was een van de belangrijkste stamboekhengsten überhaupt. Hij werd 1955 geboren en moest 1976 na een ziekte worden ingeslapen.

Behalve Hotse 223 konden zijn andere 9 zonen zich allemaal niet zo goed doorzetten. Alleen van Durk 215 en Fokke 217 zijn er nog meer goedgekeurde nazaten, die hun invloed via de moederlijnen tot in de tegenwoordige tijd redden konden.

Ook Romke 234, die in de jaren 70 naar Tschechie verkocht werd om de Kladruber fokkerij te veredelen, ontsproot uit de Ritske-lijn. Helaas werd zijn enige zoon Yk 339 in 2000 afgekeurd.

Zo bestaat ook de Rtítske-kijn, net als de Age-lijn, alleen nog maar uit één enkele tak, namelijk die van de Hotse 223 zoon Tsjalling 235 P.

Deze bracht zeven goedgekeurde nakomelingen, hij stierf in 1995 op de leeftijd van 28 jaar.

Via zijn zoon Jelmer 297 heeft Tsjalling 235 P nog 3 actieve hengsten in de fokkerij, Fêde 351, Wytse 462 en Haike 482. Wytses grootvater, Erik 351 stierf helaas net als zijn zoon – en Wytses en Haikes vader – Arjen 417 in 2013, dus verloor deze ondertak binnen één jaar bijna 50 % van de actieve dekhengsten.

Alle andere actieve hengsten uit de Ritske-lijn hebben aan vaderskant de Tsjalling-kleinzoon Naen 264 P in hun papieren staan.
De bekendste van hen is de Wander 352 – zoon Doaitsen 420, die tot nu toe al 4 goedgekeurde zonen voortbracht.

Verdere invloedrijke hengsten uit deze lijn zijn bvb Jakob 302 die twee hengsten leverde (Olrik 383 und Take 455) en de zelf afgekeurde Ludse-zoon Adel 357. Deze heeft actueel twee goedgekeurde zonen bijgedragen, Anders 451 en Hedser 465.

De Tetman-lijn (tot ~ 2010)

Tetman werd in 1956 geboren en 1959 in het stamboek opgenomen. Hij is een zoon van Ewold 181 uit een merrie van Age 168. Tetman dekte tot zijn afkeuring in 1964 231 Stuten. Op het tijdstip van zijn afkeuring had waarschijnlijk geen fokker het voor mogelijk gehouden, dat hij later als stichter van een eigen hengstenlijn zou gelden. Zijn zoon Mark 232 P en zij kleinzoon Wessel 237 P zijn beide Preferent verklaard en stammen ook beide uit een Ritske-merrie, zo dat de Tetman-lijn ook altijd het Age- en Ritske-bloed voert, waartegen er in de beide andere lijnen (Age en Ritske) Tetman-vrije hengsten bestaan zoals bvb Teake 273 en Lammert 260 P. Om deze reden zijn hengsten en ook merries van deze hengsten zeer gewild, omdat dat fris bloed in de lijn brengt en voor het terugdringen van de inteelt van grote betekenis is. De Tetman-lijn is de grootste hengstenlijn. Als er van Franke 251, de laatste, in 2000 gestorven Jarich 226-zoon, geen goedgekeurde zonen meer komen, zal er in toekomst waarschijnlijk niet meer over de Tetman-lijn, maar de Mark- en de Wessel-lijn worden gesproken, omdat deze twee de grootste verververs van deze lijn zijn.

Zoals men aan de tekst boven van mijn eerste homepage kan zien, is mijn voorspelling uitgekomen, alleen met het kleine verschil dat het K.F.P.S. niet Wessel 237 P als naamgever uitgekozen heeft maar diens vader Jarich 226. Door sommige fokkers wordt deze lijn ondanks dat toch de “Wessel-lijn” genoemd.

Jarich-lijn

De Jarich 226 – tak van Tetman vererft zich via twee hengsten, de ene is Djurre 284 met intussen nog maar drie actieve hengsten, Karel 370, Ielke 382 en diens zoon Thorben 466.
De andere tak van Oege 267 P is heel wat groter. Bekende vertegenwoordigers uit deze afstamming zijn bvb Ritse 322, Anton 343 en Felle 422.

De Mark-lijn

De lijn van Mark 232 P levert actueel meer dan 50% van alle actieve dekhengsten!

Deze hengsten verdelen zich op de volgende drie zonen van Mark 232 P: Ygram 240, Hearke 254 P en Jochem 259 P.

De kleinste van deze drie onderlijnen is die van Ygram 240, hier zijn tegenwoordig alleen 4 hengsten actief, en wel de drie zonen van Sierk 326, namelijk Sibald 380, Jense 432 en Ulbert 390 en diens zoon Maurits 437.

De tak van Hearke 254 P bracht een van de populairste hengsten van tegenwoordig voort: Jasper 366 P.
Om deze hengst kom je gewoon niet heen, 5 goedgekeurde zonen, 7 goedgekeurde kleinzonen, waarvan maar liefst 6 alleen al door Beart 411 geleverd werden. Dat is echt een prestatie!
Verdere bekende hengsten uit deze deeltak zijn Brandus 345 P en Teunis 332 P.

De meeste actieve dekhengsten uit de Mark 232 P – lijn komen van Jochem 259 P die via zijn zoon Tamme 276 via Leffert 306 P (o.a. Heinse 354, Onne 376, Maurus 441) en zijn zoon Feitse 293 P (o.a. Folkert 353 en Tsjerk 328 P) zijn invloed doet gelden. Laatstgenoemde heeft 6 zonen, waaronder o.a. Andries 415 und Norbert 444.

Via Jochem 259 P -zoon Tsjimme 275 vererven zich Ulke 338 en zijn zoon Olgert 445 verder.

Als je de stamboomvertakking van de Mark 232 P-lijn bekijkt, kun je op het idee komen, deze nog een keer in een “Hearke” en een “Jochem”-lijn te splitsen, zo groot is de invloed van deze twee op de tegenwoordige populatie van de Friezen.

Ik heb soms ook al zulke indeling van de hengsttenlijnen in het internet gevonden, maar om verwarring te vermijden, houd ik mij aan de officiele van het K.F.P.S., die je hier ziet.

Vast staat, dat de Age- en de Ritske-lijn in verhouding tot de overmachtige Tetman-lijn tegenwoordig bij de hengstenkeuringen “tekort komen”. Dat ligt natuurlijk ook aan het reusachtige aandeel aan de populatie van deze lijn, ongeveer 4/5 van de actueel toegelaten dekhengsten stammen uit de beide Tetman-(onder)lijnen.